Art 21
Zonnehoed -Echinacea

De rode zonnehoed of kegelbloem is een interessant kruid, omdat het niét het traditionele trajekt heeft afgelegd. Het is immers van origine een Noord-Amerikaanse prairie-plant, die door de inheemse bevolking eeuwenlang als geneeskruid werd gebruikt. The Native American Tribes als de Lakota's, de Cheyennes, de Kiowa's en de Dakota's kauwden op deze plant of dronken een aftreksel om gewrichtspijnen te behandelen. Tegen slangebeten en wondes werd een papje van de wortel gemaakt, om het gif eruit te trekken of te desin-fecteren. Ook keelpijn kon worden geheald door op de wortel te kauwen.

Het infectiebestrijdend vermogen van Zonnehoed werd reeds in 1906 door Hewet bevestigd: hij publiceerde een observatie van ziektebeelden, van sepsis (bloedvergiftiging) tot gangreen waarin deze plant beterschap bracht. Vanaf 1916 werd de Zonnehoed in de "National Formulary U.S." ingeschreven. Hij kreeg dan ook zijn wetenschappelijke naam echinacea mee: van het Latijnse "echinos", dat stekel(varken)" of "egel" betekent, refererend naar het stekelig midden van de bloem. Het is de Oostenrijkse herborist Alfred Vogel die in de jaren 50 een reis door de USA maakte en daarbij in kontakt kwam met chief Black Eagle, die de weldaden en het "geheim" van de rode zonnehoed mee naar Europa bracht, en daaruit zijn beroemde en succesvolle recept Echina-force mee maakte.

Dat Echinaforce is niet alleen het meest bekende en meest verkochte natuur-middel van de Lage Landen, het staat ook op het knooppunt van een bitsige strijd die de allopathie voert tegen de "alternatieve" geneeskunde. Daardoor is Echinea één van de meest onderzochte geneeskruiden, en verschijnen er om de haverklap studies die de geneeskracht van de Rode Zonnehoed bevestigen, vaak kort daarna gevolgd door andere studies die dat tegenspreken. Zie: hier. Dit is een kinderachtig spel, waarbij de ervaringen van miljoenen mensen over meerdere eeuwen worden ontkend.

In alle kulturen alover alle kontinenten staat het dus ondertussen vast, dat Echinacea de natuurlijke weerstand verhoogt: mikroben, bacillen en vi-russen proberen immers langs de openingen in onze afweer, het lichaam bin-nen te dringen. Dit kan via wondes die ontstaan, of wanneer ons immuun-systeem niet sterk genoeg is om die "indringers" te elemineren (dit proces noemt men fagocytose). Prakties gebeurt dit door de aktiviteit van de witte bloedcellen te stimuleren; ook specifiek de T-lymfocyten die door virussen besmette cellen opruimen. En door de produktie te verhogen van Interferon, de signaalstof die nodig is de nog gezonde cellen op te roepen tot grotere waakzaamheid voor een oprukkende virus-besmetting.

ASTROLOGIES is het het Boogschutter-Jupiter-principe, dat de ketterjager in het lichaam (en in de geest) is: jacht maken -in dit geval- op virussen (de meeste verkoudheden, griep) en op bacteries (angina, keel-en blaasontsteking), die NIET in het (gezonde en normaal funtionerend) lichaam thuis horen.

Bijgevolg is Echinacea het COMPLEMENTAIR KRUID voor deze personen bij wie hun immuniteitssysteem verzwakt is omdat ze ofwel energeties uitgeput zijn (stress, burned out, depressie, chroniese vermoeid-heid,...), ofwel hun immuniteit nog aan het opbouwen zijn, zoals kinderen. Echinacea is daarom een uitstekend preventief middel tegen griep, keelont-steking en verkoudheden, zowel bij ouderen als bij kinderen. Vooral bij zoge-naamde kwakkelkinderen die snel verkouden kunnen geraken -en ik was zelf zo'n kind- is de Rode Zonnehoed aan te bevelen.

Het immuniteitssysteem bestaat niet alleen uit het lymfaten-stelsel dat para-lel loopt aan de bloedsomloop, maar ook uit de "politie-macht" van witte bloedcellen die van deze lymfe-kanalen gebruik maken om alle uithoeken van het lichaam te kunnen bereiken. Het opruimen van mikroben, toxines en be-smette cellen, bevat een agressieve komponente: wat "aangetast" of besmet is, moet vernietigd worden. Moét, omdat het een kwestie van survival voor het organisme is: men vernietigt, of wordt vernietigd. Dit is een Schorpioen -Pluto-thema, dat past bij de harde maar waarheidslievende instelling van de Native Americans, en hun geschiedenis waarin ze door de "blanken" werden uitgemoord. Diezelfde agressieve hardheid herkennen we ook aan de Echina-cea: het stekelige, het rode, als antidoot tegen vergiften, het gevecht tegen "binnendringers" in het lichaam, en zelfs zijn anti-tumorale werking.

Als ANALOOG KRUID past het derhalve bij de harde mens, die heel wat kan afzien, die de pijn verbijdt en niet bang is van zich letterlijk of figuurlijk te verwonden, maar die zijn strijdbare en weerbare instelling heel wat negatieve reakties oproept. Omdat zo iemand heel wat moet inkasseren, is een regelmatige upload of reboost van zijn afweersysteem met bvb Echina-cea uitermate aangewezen. Hoe sneller men "erbij" is, hoe minder lang men "buiten strijd" zal zijn, en hoe sneller men terug de "oude" zal zijn.