Pruim (Prunus domestica)

Tik "pruim" -of "plum" (Engels) of "pruneau" (Frans)- in op de zoekmachines, en je zult een veelheid van roze bloesems te zien krijgen. De helft daarvan zijn verkeerdelijk (Japanse) kersen-bloesems: beiden behoren weliswaar tot de grote familie der Prunussen, maar de vruchten zijn anders. De andere helft zijn wilde pruimen, of beter kersepruimen (Prunus ceras-tifera). Deze hebben bloesems die kunnen variëren in kleur van wit tot dieproze, naargelang de bladeren variëren van groen tot diep bordeaux-rood. Zij dragen als vruchten echte, rode pruim-jes, die weliswaar slechts 2 tot 3 keer zo groot als een .... kers zijn. Daarom de naam, en de opvatting dat deze kersepruim de voorvader is van de pruim.

De Latijnse naam domestica, wijst erop dat de pruim sinds oudsher gekultiveerd werd. Volgens archeologiese vondsten reeds vanaf het "Stenen Tijdperk"; deze kroosjespruimen waren uiteraard veel kleiner dan de huidige soorten. Men neemt daar-om aan dat de pruim zou verkregen zijn geweest door kruising van de kersepruim met de Sleedoorn (Prunus spinoza) voor de blauwe vruchtkleur; maar de vruchtjes van Sleedoorn zijn klei-ne, harde, wrange zuurbommetjes die slechts eetbaar zijn wan-neer de vorst over hen is geweest. Deze soortbekruising zo bij toeval kunnen zijn ontstaan in de Kaukasus, waar de versprei-dingsgebieden van beide ondersoorten elkaar overlappen. Hij zou dan door de Kelten naar Europa zijn gebracht. De Engelse (oude) naam Damask Plum wijst er in ieder geval op dat hij in de Odheid in Damascus werd geteeld, en naar Engeland is mee-gebracht met de Romeinen.

Er bestaan van de pruim een enorme verscheidenheid van kul-tivars: van soorten met gele vruchten, over rode tot roodpaar-se, tot blauwe en bijna zwart-purperen variëteiten; zonder de kleine, groene mirabellen te vergeten. Van sappige, grote tafel-pruimen, als eieren zo groot, tot kleine, droge zgn kwetsen, die daarom gebruikt worden om er jam of jenever van te maken.

Sedert oudsher menen heel wat lui in de vrucht het vrowelijk (uiterlijk) geslachtsorgaan te kunnen herkennen, in die mate dat omgekeerd naar het vrouwelijk geslachtsdeel van de vrouw werd verwezen, als "haar pruim". Astrologies werd dan automa-ties daar de Planeetkracht Venus op geplakt. Maar persoonlijk vind ik dat een pruim net zo goed op een achterwerk gelijkt, en dat die beeldspraak veel toepasselijker is omdat het welbekend is dat het eten van teveel pruimen voor een "te vlotte" stoelgang kan zorgen.

Een veel beter vetrekpunt om een beeld te krijgen van de Pruim -energie, bestaat eruit, naar de medicinale eigenschappen er -van te kijken. Maar ook hier, riskeert men "door het bos de bo-men niet meer te zien", en te verdrinken in een hoop informa-tie die niet echt wijzer maakt. Het hoofdaccent blijkt te liggen op de darmwerking. Zowel verse vruchten als pruimen-sap en gedroogde pruimen werken zoals al vermeld laxerend, en zijn een goed middel tegen konstipatie. Maar Pruim wordt ook specifiek gebruikt bij diverticulitis: wanneer een uitgerekt stuk-je dikke darm ontstoken geraakt. Ook bij verzakking van de en-deldarm. Pruimen bevatten sorbitol dat de darmen stimuleert, de stoelgang vergemakkelijkt, de kans op aambeien verkleint, en de darmen gezond houdt door de darmflora te verbeteren.

De darmen zijn het Maagd-orgaan, zodat Pruim deze Maagd-energie in zich draagt. Mercurius is de Planeet die heerser is van Maagd, en beheerst het zenuwstelsel. Vandaar dat pruimen ook een positief effekt hebben in stressvolle situaties: ze bevat-ten zink en koper, die ontspannend werken bij nervositeit en rusteloosheid. Wanneer we de Bach-bloesem Kersepruim on-der ogen nemen, dan staan onder de geblokkeerde of negatieve toestand: vertwijfeling, zenuwinstorting, angst, hevige innerlij-ke spanningen, zijn kalmte verliezen, paniek. De Maagd-mens is een zenuwpees, en de darmen leven mee met zijn spanningen

Pruimen bevatten veel boron, een mineraal dat osteoporose of botontkalking tegengaat. De botten zijn de hardste delen van het lichaam, en vallen onder de Aarde-energie; Maagd is een Aarde-Teken. Daarnaast werken pruimen ook positief in op menopauzale klachten, en indirekt op mogelijke hartproble-men als gevolg van de hormonale veranderingen. Ze hebben een gunstig effekt op de CRP-waarde in het bloed (een eiwit dat bij infekties door de lever wordt aangemaakt, en wordt gezien als een risicofactor voor hartaandoeningen en reuma).

Daarnaast hebben pruimen ook deze kwaliteiten die ze met een aantal andere vruchten en voornamelijk leden van de Prunus-familie delen: ze zijn rijk aan anioxidanten; ze bevatten kalium en werken daardoor bloeddrukverlagend; ze bevatten veel fruc-tose en zijn dus gunstig voor de bloedsuikerspiegel (diabetes); ze verlagen het cholesterolgehalte in het bloed en dus ook de afzetting van cholesterol op de aderwanden (deze "plaque" ver-dunt de aderen en doet de bloeddruk verhogen).

De Wilde Pruimebloesem is symbool voor doorzetting onder moeilijke omstandigheden. Het is de nationale bloem van Tai-wan. Hij wordt vaak afgebeeld op Aziatiese kunstwerken. In Oost-Azië is het een geliefd symbool voor de vroege jeugd van het meisje, het maagdelijk (!) meisje. Een pruimenmondje trekken is een preuts mondje maken: het is de gemaakte statig-heid van iemand die haar mond in preutse plooien trekt, alsof ze het woord pruim wil uitspreken. Dit stemt overeen met de essentie van het Teken Maagd: Maagden zijn keurige en ietwat preutse mensen, met een voorkeur voor hygiëne en een afkeer voor "vieze dingen", zowel letterlijk als figuurlijk. Was je han-den aub, want wat een plakboel is dat nu, en wat voor een rom-mel heb je gemaakt!